Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vorderen

betekenis & definitie

(vorderde, is en heeft gevorderd),

1. verder-, vooruitkomen: het schip vorderde slechts langzaam ; — met betr. tot handelingen: het werk vordert toch, al is het langzaam; in een wetenschap flink vorderen, vooruitgaan ; vgl. Gevorderd ;
2. eisen, vragen: geil vorderen; hoeveel hebt gij te vorderen? rekenschap vorderen; — aanspraak kunnen maken op: dat vordert eerbied.