vorderen
vorderen - regelmatig werkwoord uitspraak: vor-de-ren 1. snel gaan, vooruit komen ♢ het werk vordert goed 2. het beslist willen hebben ♢ de huisbaas vordert het geld van de huur Regel...
Muiswerk Educatief (2017)
vorderen - regelmatig werkwoord uitspraak: vor-de-ren 1. snel gaan, vooruit komen ♢ het werk vordert goed 2. het beslist willen hebben ♢ de huisbaas vordert het geld van de huur Regel...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v.; (vooruitkomen), foarderje, foarútgean, avensearje, eine; de zaak vordert, it glydt al; de zaak vordert niet, der sit gjin fuortgong yn it spul, der is gjin gong yn it wurk; het seizoen vordert, de tiid heget; (eisen), foarderje, easkje; iets van iem. —, immen earne op fergje; (in...
Van Dale Uitgevers (1950)
(vorderde, is en heeft gevorderd), 1. verder-, vooruitkomen: het schip vorderde slechts langzaam ; — met betr. tot handelingen: het werk vordert toch, al is het langzaam; in een wetenschap flink vorderen, vooruitgaan ; vgl. Gevorderd ; 2. eisen, vragen: geil vorderen; hoeveel hebt gij te vorderen? rekenschap vorderen; — aanspraa...
M. J. Koenen's (1937)
I. vorderde, is gevorderd; vooruitkomen, voortgaan: daar onze paarden moe waren, vorderden we niet veel, kwamen wij niet vooruit; een gevorderde leeftijd. II. vorderde, heeft gevorderd; eisen, vragen; een rechtsvordering instellen: ik vorder mijn recht; rekenschap vorderen. (I en II van hetzelfde grondw.)
Jozef Verschueren (1930)
('vordərən) (vorderde, gevorderd) [voorder (komp. van voor) gaan] I. (is) vooruitkomen, voortgaan : in de studie -. → gevorderd. II. (heeft) 1. vragen waarop men recht beweert te hebben, eisen : geld Syn. → afeisen. 2. vragen : eerbied, rekenschap -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(vorderde, is en heeft gevorderd), 1. verder-, vooruitkomen: het schip vorderde slechts langzaam; met betrekking tot handelingen: het werk vordert toch, al is het langzaam; 2. eisen, vragen: betaling vorderen; in rechte eisen; 3. m.n. (van de staat) goederen of diensten tot zich nemen ongeacht de wens van de eigenaar: tijdens de mobilisatie werde...
J.Pluim (1911)
comparatief van voor, dus : meer naar voren, vooruit gaan, vandaar: bevorderen, als overgankelijk; b.v. in Vondels tijd ,,voorderaars” — bevorderaars; „het welvaren te helpen voorderen" ; vgl. loopen (intrans.) en beloopen (transit.). Ook had vorderen oudtijds de bet. van: vóór laten komen, vóór zi...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: