Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Volgen

betekenis & definitie

(volgde, heeft en is gevolgd),

1. op hetzelfde pad treden van iem. die of iets dat voorgaat of voorging, achternagaan : hij is hem op straat gevolgd; iem. op de voet, op een afstand volgen ; — (spr.) goed voorgaan doet goed volgen, een goed voorbeeld maakt dat een ander ook goed handelt; — iem., iets met de ogen volgen, nakijken ; — een lijk volgen, ter begraafplaats geleiden; — (in ruimer of verzwakte opvatting) vergezellen;
2. houden, langs het genoemde gaan: een weg, de rivier volgen; — fig.: de draad van het gesprek volgen ; iem. bij het spreken, betogen volgen, de voortgang of ontwikkeling van zijn gedachten bijhouden, hem volle aandacht schenken ; — vand.: iem. niet kunnen volgen, niet begrijpen wat hij zegt of bedoelt;
3.handelen naar, gehoor geven aan : hij heeft het voorschrift, de goede raad gevolgd, dienovereenkomstig gehandeld; — zijn eigen hoofd volgen, eigenzinnig zijn ; zijn lusten, neigingen volgen ;
4. doen, schrijven, werken als, navolgen : hij heeft Cats gevolgd ; — (eert.) vertalen : het Frans van X. gevolgd;
5.(in betrekking tot de tijd) komen na : de nacht volgt op de dag; de ene donderslag volgde op de andere : — (spr.) na regen volgt zonneschijn, na lijden komt verblijden; — wie volgt? wie is nu aan de beurt ? — hij het er dadelijk op volgen, voegde er dadelijk aan toe ; — met betr. tot hetgeen men in woord of geschrift aan een voorbeeld ontleent : hij sprak —, wij lezen daar als volgt;
6. (met betr. tot rang) de naaste plaats bekleden, inz. in afdalende richting : de eerste luitenant volgt op de kapitein ;
7. voortvloeien : dat volgt logisch uit het voorafgaande ; hieruit volgt dat hij er geweest moet zijn.