Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verklaren

betekenis & definitie

(verklaarde, is en heeft verklaard),

I. onoverg. (niet alg.),
1. klaar, helder worden: het bier begint te verklaren ;
2. opklaren, helder(der) worden : toen zij hem zag, verklaarde haar gezicht', [een germ. is het in de zin van verheerlijken: hij was voor haar niet veranderd, hij was voor haar verklaard (Potgieter)];

II.overg.,

1. voor het verstand klaar, duidelijk maken, uitleggen: een droom, een raadsel verklaren : ik heb het den tovenaars gezegd, maar daar was niemand die het mij verklaarde (Gen. 41 : 24); het onweer, de werking van de zuigpomp verklaren ; de betekenis van een zin, een woord verklaren ; een schrijver verklaren, zijn werk toelichten, uitleggen ;
2. kenbaar maken: zijn wil verklaren ; iem. zijn liefde verklaren,
3. min of meer plechtig uitspreken, te kennen geven: iem. schuldig verklaren : hij verklaarde hem een leugenaar; de minister verklaarde dat hij een onderzoek zou doen instellen; iets onder ede verklaren ; — vals verklaren, een valse getuigenis afleggen : — (iem.) de(n) oorlog verklaren, aanzeggen ;
4. zich verklaren, zijn mening of bedoeling duidelijk te kennen geven: gij moet u nader verklaren; zich voor, tegen iem. verklaren, voor of tegen hem partij kiezen: — (pregn.) zijn liefde verklaren.