bn. (-der, -st),
1. licht te vatten, een gevoelig gestel hebbend: hij is zeer vatbaar voor kou, hij wordt licht verkouden; — ook abs.: vatbaar zijn, licht ongesteldheden opdoen
2. ontvankelijk: vatbaar zijn voor rede, voor redenering, rede verstaan; voor goede indrukken vatbaar zijn; hij is niet vatbaar voor verbetering, hij is niet te verbeteren.