(<Fr.),
I. bn., doorschijnend;
II. zn. o. (-en), voorwerp, scherm dat doorschijnt, t.w. op bep. plaatsen, om aldus letters of figuren te vertonen: een transparant voor een theestoofje; in de stoet waren vele transparanten met toepasselijke opschriften; — blad met lijnen als onderlegger om op een blad in regelmatige, horizontale regels te kunnen schrijven.