Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vertonen

betekenis & definitie

(vertoonde, heeft vertoond), 1. laten zien, tonen : een paspoort, een wissel vertonen ; hij vertoonde ons zijn schatten ; — de processtukken vertonen, overleggen ; — aan den dag leggen, doen blijken of doen zien : hij vertoonde geen spoor van verbazing, van vrees ; het lijk vertoont

-sporen van geweldpleging; — voorstellen : het schilderstuk vertoont een boerenkermis, een zeeslag ;
3. zich vertonen, verschijnen, zich laten zien : de bladeren vertonen zich aan de bomen ; de pokken vertoonden zich spoedig ; zodra zich de zon aan de hemel vertoont; hij vertoonde zich even, maar vertrok ogenblikkelijk ; — je kunt je zo niet vertonen, niet in het openbaar verschijnen;
4. een voorstelling of opvoering geven van, ten tonele voeren of projecteren: Wilhelm Teil wordt morgen vertoond; een film, lantarenplaatjes vertonen ;
5. (vero.) voorhouden, zeggen: van toen aan begon Jezus Zijnen discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de Ouderlingen (Matth. 16:21).

< >