Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Terwijl

betekenis & definitie

I. bw., in die tijd, intussen, onder de hand : ik ging terwijl wat lezen; terwijl belde Mevrouw.

II. voegw.,

1. gedurende de tijd dat: terwijl hij omkeek, ontsnapte de dief ;
2. (met het bijbegrip van tegenstelling) sommigen baden zich in weelde, terwijl anderen vergaan van ellende;
3. ofschoon : een groot getal riemen en touwen, die van het hoofdstel tot de haam gaan, terwijl toch het paard enkel door stem en zweep geregeerd wordt;
4. (w.g.) aangezien, doordat: op zekere dag, terwijl mijnheer er welgezind uitzag, gaat Grijs al kwispelsteerten henen (De Corte);
5. soms alleen maar koppelwoord en niet veel meer dan: en: ze reikte hem de hand, terwijl ze mat in de kussens terugzonk.