Wat is de betekenis van terwijl?

terwijl - Voegwoord 1. gedurende de periode dat nog een andere actie aan de gang is ♢ Terwijl hij telefoneerde, kookte de soep over. 2. hoewel. ♢ Hij deed het toch, terwijl hij erg goed wist dat het verboden was. Woordherkomst Van het Midde...

terwijl - bijwoord uitspraak: ter-wijl 1. gelijktijdig met iets anders ♢ terwijl ik afwas, stopt Evert de kinderen in bed Bijwoord: ter-wijl

zie dikwijls

conj., wyls(t), wyl’t, wile(n)s, meidat, mei’t.

I. bw., in die tijd, intussen, onder de hand : ik ging terwijl wat lezen; terwijl belde Mevrouw. II. voegw., 1. gedurende de tijd dat: terwijl hij omkeek, ontsnapte de dief ; 2. (met het bijbegrip van tegenstelling) sommigen baden zich in weelde, terwijl anderen vergaan van ellende; 3. ofschoon : een groot getal riemen en touwen, die van het ho...

(uit: te der wijle, in de tijd), 1. bw.: ik schrijf, lees gij terwijl, in die tijd; 2. vgw.: ik schrijf, terwijl gij leest, gedurende de tijd dat.

[te der wijle, in de tijd] 1. bw. inmiddels, ondertussen: ga wat spelen. 2. vgw. gedurende de tijd dat: hij bezig was.

I. bw., in die tijd, intussen, onder de hand; II. voegwoord, 1. gedurende de tijd dat: hij omkeek, ontsnapte de dief; (met het bijbegrip van tegenstelling) sommigen baden zich in weelde, Terwijl anderen vergaan van honger; 3. ofschoon: terwijl het vroor liep hij zonder jas.

staat voor: te der wijl = op dien tijd.