Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SPELING

betekenis & definitie

v. (-en),

1. dartele, grillige of verrassende beweging, uiting of aftekening: de spelingen van licht en schaduw ; speling van het lot, van de fortuin ; — een speling van het vernuft; — een speling der natuur, een afwijking van de gewone of verwachte eigenschappen of vormen ;
2. afwijking van een biologische soort die toevallig ontstaat en meestal van een onstandvastig karakter is;
3. vrije beweging of vrijheid van beweging binnen een beperkte ruimte : het projectiel moet speling hebben in de ziel van de vuurmond; het touw heeft geen speling genoeg, ligt of hangt niet ruim genoeg;
4. geringe ruimte die enige vrijheid van beweging laat tussen aaneensluitende of elkaar omsluitende zaken ; speelruimte : tussen deze panelen is te veel speling;
5. vrijheid of mogelijkheid in zekere mate af te wijken van bepaalde eisen, voorschriften of kenmerken : de spelregels laten enige speling toe; — (kooph.) vrije beschikking over geld of krediet, marge.

< >