Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SODA

betekenis & definitie

v.,

1. natriumcarbonaat, een zout dat in de natuur in minerale bronnen en in de as van vele zeeplanten voorkomt en op grote schaal gefabriceerd wordt; in vele technische toepassingen alsook in de huishouding, als was- en reinigingsmiddel gebruikt; — bijtende soda, natriumhydroxyde; — dubbelkoolzure soda, natriumbicarbonaat, maagreinigend middel;
2. glas sodawater (1): twee limonade en een soda.