Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SNUIVEN

betekenis & definitie

(snoof, heeft gesnoven),

1. sterk en goed hoorbaar door de neus in- en uitademen, inz. van paarden: levendige paarden snuiven licht als zij iets vreemds zien; hij snuift als een paard; — van woede snuiven, in hoge mate vertoornd zijn;
2. de neus ophalen, snuffen: een wipneus die hij telkens snuivend ophaalde;
3. door krachtig lucht door de neus op te nemen een reuk, een spoor enz. trachten te herkennen of te vinden; snuffelen;
4. zich met geblaas of geruis snel voortbewegen, inz. van de wind; — er op uit snuiven, er ijverig op uitgaan;
5. snuiftabak gebruiken: hij snuift sterk: — (Zuidn.) ik heb hem laten snuiven, ik heb het hem onder de neus gewreven;
6. (volkst.) bemerken: snuif je hem? begrijp je hem? vat je zijn bedoeling?

< >