Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitademen

betekenis & definitie

(ademde uit, heeft uitgeademd),

1. de adem laten uitgaan na ingeademd te hebben: met kracht uitademen.
2. met de adem van zich geven: de laatste ademtocht uitademen, sterven; hij ademt, op haar koude lippen, het leven uit (Staring); rook uitademen.
3. (fig.) als adem van zich geven, uitwasemen: de bloemen ademen liefelijke geuren uit.