Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Schilder

betekenis & definitie

m. (-s),

1. iem. die zijn beroep maakt van het met verf bestrijken van houtwerk en allerlei voorwerpen, ook van het aanbrengen van opschriften en decoraties, verver: de schilders zijn nog in het huis bezig;
2. iem. die de kunst beoefent van met verf schone voorstellingen te scheppen, kunstschilder : Rubens en Rembrandt zijn onze beroemdste schilders ; een schilder van bloemstukken ;
3. (oneig.) die met woorden iets af beeldt;
4. gew. ben. voor de bonte of brilduiker (Fidigula clangula).