(<Lat.), o. (-sen),
1. (rechtst.) rechtsgeding: iem. een proces aandoen, iets van iem. in rechte vorderen; een proces winnen, verliezen; een proces bijleggen, opgeven, niet vervolgen; in een proces gewikkeld zijn; met iem. in proces liggen; — zonder vorm van proces, zonder verhoor, zonder formaliteit: de spion werd zonder vorm van proces opgehangen;
2. werking in haar voortgang beschouwd; ontwikkelingsgang; verloop: een chemisch proces; het proces der verbranding; tuberculeuze processen.