Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Proces

betekenis & definitie

(<Lat.), o. (-sen),

1. (rechtst.) rechtsgeding: iem. een proces aandoen, iets van iem. in rechte vorderen; een proces winnen, verliezen; een proces bijleggen, opgeven, niet vervolgen; in een proces gewikkeld zijn; met iem. in proces liggen;zonder vorm van proces, zonder verhoor, zonder formaliteit: de spion werd zonder vorm van proces opgehangen;
2. werking in haar voortgang beschouwd; ontwikkelingsgang; verloop: een chemisch proces; het proces der verbranding; tuberculeuze processen.