Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Pragmatiek

betekenis & definitie

(<Fr.-Lat.), bn., de staat, de regering betreffend; — inz. in pragmatieke sanctie, bekend als naam van versch. historische decreten, betr. hebbend op een staatsordening, in ’t bijz. als naam voor het besluit dat keizer Karel VI uitvaardigde, waarbij de erfopvolging in zijn Oostenrijkse landen gewijzigd en zijn enige dochter Maria Theresia tot zijn opvolgster werd benoemd.