Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overblijfsel

betekenis & definitie

o. (s-, -en),

1. wat van iets overgebleven is: gewijde overblijfselen, overblijfselen der heiligen, relikwieën; — ruïne ; — wat uit een vroeger tijdperk afkomstig is;
2. wat overgeschoten is, wat ongebruikt is gebleven;
3. spoor: een overblijfsel van die mythe vinden wij in deze legende.

< >