o. (s-, -en),
1. wat van iets overgebleven is: gewijde overblijfselen, overblijfselen der heiligen, relikwieën; — ruïne ; — wat uit een vroeger tijdperk afkomstig is;
2. wat overgeschoten is, wat ongebruikt is gebleven;
3. spoor: een overblijfsel van die mythe vinden wij in deze legende.