Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onbezorgd

betekenis & definitie

bn.,

1. niet aan hun adres afgegeven, onbesteld: die brieven zijn on'bezorgd blijven liggen;
2. niet van het nodige voorzien, onverzorgd: een weduwe en drie jonge kinderen zijn on'bezorgd achtergebleven, achtergelaten; iem. niet onbezorgd' laten, goed voor hem zorgen.

< >