Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Nachtevening

betekenis & definitie

v. (-en), tijd wanneer dag en nacht elk 12 uren lang en dus aan elkander gelijk zijn «.tweemaal in het jaar: 21 Maart en 23 September).

; ...EVENINGSPUNT, o. (-en), punt waarin de zonneweg de evenaar snijdt; ...FLOERS, o., (fig. en dicht.) duisterheid van de nacht: het nachtfloers oversluierde ’t aardrijk. ; ...GAST, m. en v. (-en), (gew.) slaapgast; ...GEBED, o. (-en), gebed vóór dat men zich ter ruste begeeft; ...GEDACHTEN, v. mv., overpeinzingen gedurende de nacht; ...GEDIERTE, o.; ...GEDROCHT, o. (-en), ...GEEST, m. (-en), akelige verschijning in de nacht; ...GELEGENHEID, v. (...heden), amusementsgelegenheid die *s nachts open is ; ...GESPUIS, o.; ...GEVECHT, o. (-en), gevecht gedurende de nacht, inz. van vliegtuigen: in nachtgevechten werden tien vijandelijke vliegtuigen neergeschoten; ...GEWAAD, o. (...waden), kleding waarmee men ’s nachts in bed ligt; ...GEZANG, o. (-en), gezang dat in de nacht wordt aangeheven; ...GEZICHT, o. (-en), 1. verschijning in de nacht, inz. droom ; — 2. (volkst.) iem. die zeer lelijk is ; — 3. schilderstuk dat een nacht voorstelt; ...GEZWEL, o. (-len), nachtblaar; ...GLAS,

o. (...glazen), 1. (zeew.) zandloper om ’s nachts de tijd mee te meten, vroeger op schepen in gebruik; — 2. nachtkijker; ...GOED, o., nachtgewaad; ...HEMD, o. (-en), hemd waarin men slaapt; ...HEMEL, m., het uitspansel bij nacht; ...HOORN, m. (-s), (muz.) naam van een gedekt (soins open) fluitwerk in het manuaal van een orgel.