Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dus

betekenis & definitie

I. voegw. (of voegw. bw.) dat een gevolgtrekking inleidt (al of niet met de gewone woordschikking), blijkens het voorgaande: deze driehoek is gelijkzijdig, dus zijn de hoeken (dus de hoeken zijn, de hoeken zijn dus) zestig graden;

II. bw., op deze wijze, aldus: dus sprak de held; het dus gewijzigd ontwerp.