I. bn.,
1. kunnende gebeuren, kunnende gedaan worden: bij God zijn alle dingen mogelijk; hoe is het mogelijk, dat gij u daarmee vergist hebt?; met de meest mogelijke moeite; zo mogelijk, als het gaat; — alle mogelijke middelen, alle die er zijn ;
2. gebeurlijk, eventueel: bij mogelijke moeilijkheden kunt gij u tot mij wenden; II. bw.,
1. zo gauw (goed, snel enz.) mogelijk;
2. misschien: mogelijk komt hij vandaag nog.