bn. bw. (-er, -st),
1. zorg en liefde tonende als van een moeder: zij kan zo echt moederlijk zijn;
2. van of zoals eigen is aan een moeder, op zulk een wijze : het moederlijk hart; moederlijke vriendschap ; moederlijk toegevend zijn; moederlijke liefde, liefde van de moeder tot haar kinderen; — moederlijke staat, moederschap;
3. van iemands moeder afkomstig: het moederlijk erfdeel.