Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Model

betekenis & definitie

I. MODEL'

(<Fr.), o. (-len),

1. voorbeeld dat een kunstenaar maakt uit leem of was en waarnaar een werk wordt uitgevoerd;
2. (metaalw.) houten of gipsen ontwerp van een te vervaardigen gietstuk, waarnaar de gietvorm gemaakt wordt;
3. voorbeeld waarnaar een kunstenaar werkt; — inz. iem. die zijn of haar beroep maakt van voor kunstenaars te poseren: studies naar het naakt, naar het gekleed model;
4. voorbeeld, type van voorwerpen van gebruik : de nieuwste modellen van salonmeubelen;een nieuwe hoed, model 1949;
5. vaststaande, voorgeschreven vorm: een jas volgens het voorgeschreven model; — (sold.) buiten model;
6. nabootsing op kleine schaal: modellen van oude oorlogsschepen;
7. type, toonbeeld van iets: het model van een huisvader; — (iron.) een vreemd, een raar model, een (uiterlijk) zonderling mens.

II. MODEL' bn. bw., (sold.) volgens voorschrift: model gekleed gaan, model gepakt uitrukken ; de ransels moesten model gepakt zijn; — (in ’t alg.) dat is model, voorbeeldig, prima in orde.