Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Loge

betekenis & definitie

(<Fr.), v. (-s),

1. afgeschoten gedeelte met enige zitplaatsen langs zij- of achterwand van de toeschouwersruimte in een theater; — ook als rang;
2. vereniging van vrijmetselaars; grote loge, afdeling der vrijmetselarij die een geheel land omvat; de kleine loges zijn plaatselijke verenigingen; — de vrijmetselarij;
3. vereningsgebouw van vrijmetselaars;
4. woning of hokje van een portier, controleur, en derg.

< >