(lipte, heeft gelipt),
I.
1. (litt. t.) de lippen met iets in aanraking brengen: ze lipten voorzichtig aan het hete vocht;
2. (timm.) door middel van lippen aan elkaar verbinden.
II.
1. (handelst.) voor eigen rekening handel drijven in artikelen waarin men als makelaar is aangesteld;
2. misbruik maken van de verlegenheid waarin een ander zich bevindt, om van deze voor lage prijs goederen of effecten over te nemen.