Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Voorzichtig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), eig. vooruitziend; rekening houdend met wat zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat geen ongelukken gebeuren, behoedzaam: voorzichtig te werk gaan; iets voorzichtig neerzetten ; — je moet nog voorzichtig zijn, je in acht nemen ; — voorzichtig in zijn spreken zijn, niets ondoordachts zeggen ; weest voorzichtig gelijk de slangen en oprecht gelijk de duiven (Matth. 10 : 16).