bn. bw. (-er, -st), eig. vooruitziend; rekening houdend met wat zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat geen ongelukken gebeuren, behoedzaam: voorzichtig te werk gaan; iets voorzichtig neerzetten ; — je moet nog voorzichtig zijn, je in acht nemen ; — voorzichtig in zijn spreken zijn, niets ondoordachts zeggen ; weest voorzichtig gelijk de slangen en oprecht gelijk de duiven (Matth. 10 : 16).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk