Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aanraking

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het aanraken: de minste aanraking doet de zieke pijn ;
2. in aanraking met iem. komen, in betrekking komen; omgaan met; — in aanraking brengen met, tot elkander brengen; — hij is nog nooit met de politie in aanraking geweest, hij heeft nog niets met de politie te doen gehad ; — punt van aanraking, gemeenschapp. punt, punt van overeenstemming.