1. overeenkomst hebben of tonen, gelijkenis hebben (met), oorspr. met een datief, thans alleen met een vz.bep. en als koppelww.: hij lijkt sprekend op zijn vader; zij lijken op elkaar als twee druppels water; — portretten lijken dikwijls slecht, geven de trekken van de afgebeelde persoon niet nauwkeurig weer; — dat lijkt er niet naar, dat scheelt veel, er ontbreekt veel aan, het is er ver van af; — dat lijkt nergens naar, daar deugt niets van; (ook) dat komt volstrekt niet te pas; — dat lijkt heel wat, ziet er uit, alsof het van veel betekenis is (maar is het in werkelijkheid niet); — het lijkt wel niets, het is helemaal niet goed; — dat lijkt maar zo, in werkelijkheid is het niet zo;
2. schijnen: het lijkt wel te regenen (ook ironisch, als men ziet dat het stortregent); — hij lijkt wel gek hij lijkt wel een razende.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk