Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Herderlijk

betekenis & definitie

bn. bw.,

1. wat op een herder betrekking heeft, van een herder: herderlijke tonelen, gelijk die, 2.welke in herdersdichten worden geschilderd;

van een geestelijke herder: een herderlijke brief, een schrijven van de geestelijke overheid, inz. van een bisschop aan zijn gelovigen; — (fig.) een herderlijke raadgeving, een gemoedelijke raad ten bate van iemands zieleheil; — (bw.) op herderlijke wijze: iem. herderlijk vermanen.