Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Grootscheeps

betekenis & definitie

I. bw., op zeer ruime, weelderige of prachtige wijze: hij heeft zijn huis grootscheeps ingericiit; zeer royaal, op grote voet, op grote schaal: bij hem gaat alles grootscheeps;

II. bn., weelderig, op grote voet ingericht: een grootscheepse huishouding; op zijn grootscheeps' leven, op deftige voet; — groot opgezet: een grootscheepse uitgave.

< >