(forceerde, heeft geforceerd), (<Fr.),
1.door geweld verbreken: een slot forceren ; — (krijgsk.) zich met geweld een doortocht banen door : een pas forceren ;
2. door geweld of verkeerde krachtsaanwending beschadigen;
3. (iets) met geweld of met weinig passende middelen, tegen de natuurlijke ontwikkeling doordrijven : een huwelijk forceren; je moet hem een beetje laten betijen, je kunt zoiets niet forceren ; — zie ook Geforceerd ;
4. (tuinb.) vóór de natuurlijke tijd tot ontwikkeling of tot bloei brengen ;
5. (metaalbewerking) vormen door uitoefening van druk.
FORCE'RING, v.