Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Discipline

betekenis & definitie

(<Fr.-Lat.), v.,

1. tucht, gehoorzaamheid aan voorschriften en bevelen, orde: discipline moet er zijn\ — in ’t bijzonder: krijgstucht: de discipline handhaven ; een troep zonder discipline; — de raad van toezicht en discipline, bij de rechtscolleges een commissie door de advocaten uit hun midden gekozen, die is belast met de zorg voor de eer van de stand der advocaten;
2. (R.-K.) boetegesel, geselkoord als werktuig v. boetvaardigheid ; zelftuchtiging in kloosters, soms ook door leken aangewend: discipline nemen, toedienen, opleggen.