Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bevoegd

betekenis & definitie

bn. (-er, -st), door de wet of enig erkend gezag tot iets (dat genoemd wordt of uit het verband blijkt) gerechtigd: de bevoegde ambtenaar; bevoegd zijn een vak te onderwijzen ; van iets aan de bevoegde macht kennis geven, wier taak en wier recht het is daarvan kennis te nemen; — in vrijer gebruik : door kennis en ervaring tot iets gerechtigd: ik reken mij niet bevoegd om over muziek mee te spreken ; een bevoegd beoordelaar ; het is ons van bevoegde zijde meegedeeld, door iem. die het weten kan.