Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Beuling

betekenis & definitie

m. (-en),

1. (gew.) ingewanden van vis, ook (Zuidn.) van andere dieren;
2. (volkst.) worst, meest in samenst.: bloedbeuling e.d.;
3. wat op worst gelijkt; verdikking in de staartriem van een paard; — (scheepsbouw) ronde lijst, b.v. tussen het rahout en de zetgang; — (bouwk.) halfcirkelvormig profiel, wrong, rondstaaf.