Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Behaaglijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), geschikt om te behagen, welgevallig: een velen behaaglijke afwisseling; — tevreden stemmend, aangenaam: een behaaglijk gevoel; een behaaglijke warmte; het ziet er hier behaaglijk uit, gezellig, uitlokkend; — zich behaaglijk voelen, op </i>zijn gemak, thuis; — bw.: zich behaaglijk uitstrekken, met welgevallen; — iets behaaglijk vertellen, voorstellen, op aangenaam aandoende wijze.