Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Algemeenheid

betekenis & definitie

v.,

1. hoedanigheid van algemeen te zijn in de verschillende betekenissen;
2. (.. heden), algemene, vage beschouwing, gezegde: hij maakt er zich met algemeenheden af; — collect. (recht.) algemeenheid van roerende zaken (artt. 601 en 606 B. W.), in tegenst. tot één bepaalde roerende zaak.