Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afgebroken

betekenis & definitie

bn. en bw.,

1. (wapenk.) afgebroken paal, paal die hetzij de boven-, hetzij de benedenrand van het schild niet raakt, maar slechts dicht nadert;
2. (veroud.) afgebroken grond, een grond doorsneden van moerassen en plassen;
3. afgebroken stijl, kort en bondige stijl waarbij de auteur telkens op een ander onderwerp overgaat;
4. afgebroken woorden, geen volle zin vormend
5. (plantk.) afgebroken gevind, geveerd, gevind, geveerd met bij afwisseling kleinere en grotere blaadjes ;
6. bw.: hij sprak verward, afgebroken, hortend, met onderbrekingen.