Wat is de betekenis van afgebroken?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgebroken

afgebroken - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van afbreken

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgebroken

bn. en bw., 1. (wapenk.) afgebroken paal, paal die hetzij de boven-, hetzij de benedenrand van het schild niet raakt, maar slechts dicht nadert; 2. (veroud.) afgebroken grond, een grond doorsneden van moerassen en plassen; 3. afgebroken stijl, kort en bondige stijl waarbij de auteur telkens op een ander onderwerp overgaat; 4....

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afgebroken

bn., bw., door breken gescheiden, niet samenhangend: een afgebroken tak; afgebroken woorden; hij sprak afgebroken.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afgebroken

('af) 1. Eig. verl. deelw. van afbreken. 2. bw. Metn. met afgebroken woorden: spreken.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afgebroken

n. en bw., 1. (wapenk.) afgebroken paal, paal die hetzij de boven-, hetzij de benedenrand van het schild niet raakt maar slechts dicht nadert; 2. afgebroken stijl, kort en bondige stijl waarbij de auteur telkens op een ander onderwerp overgaat; 3. afgebroken woorden, die geen volle zin vormen; 4. afgebroken geveerd, geveerd met afwisselend klein...

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afgebroken

AFGEBROKEN, bn. en bw. (wap.) afgebroken paal, paal die hetzij den boven-, hetzij den benedenrand van het schild niet raakt, maar slechts dicht nadert; — (veroud.) afgebroken grond, een grond doorsneden van moerassen en plassen; — afgebroken stijl, kort en bondige stijl waarbij de auteur telkens op een ander onderwerp overgaat; &mdash...

2024-04-30
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Afgebroken

Afgebroken, bn.1) met eene -e stem, niet kunnende voortgaan met spreken. *...GEDRAGEN, bn. versleten. 1) Hier zouden, als bijvoegelijke naamwoorden, moeten volgen al de met AFGE beginnende verleden deelwoorden der met AF aanvangende werkwoorden. Kortheidshalve wordt naar bedoelde werkwoorden verwezen, bij welke het verleden deelwoord is opgegeven....