Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Achterom

betekenis & definitie

I. bw.,

1. om de achterzijde van iets dat soms genoemd, soms verzwegen wordt, heen: sommigen liepen voorbij het huis, anderen achterom (het huis); — (zeew.) achterom varen, achter Schotland en Ierland om (naar het Zuiden) varen; — (gemeenz.) achterom is ’t kermis, schertsend gezegd tegen iem. die men in de weg staat, en voor wie men niet op zijde wil gaan;
2. (oneig.) anders dan langs de rechte weg. [Achterom vormt alleen samenstellingen met kijken en zien, en met die werkw. welker betekenis gewijzigd of figuurlijk opgevat wordt.];

II. zn. o.,

1. straat, steeg of weg die b.v. achter om een groot gebouw of om de stad loopt;
2. dat gedeelte ener boerenstulp waar des winters het jonge vee wordt gestald.