Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aandoening

betekenis & definitie

v. (-en),

1. ziekelijke verandering in of aantasting van het lichaam of een zijner delen: een aandoening van koorts, een lichte aandoening van de ogen;
2. gewaarwording, lichamelijk of psychisch (meestal het laatste), opgewekt door een bewuste uitwendige of inwendige oorzaak: een aangename aandoening van warmte doortintelde mijn leden; aandoeningen van vreugde, van wellust, van droefheid, van smart;
3. toestand van aangedaan te zijn : van aandoening kon zij niet meer spreken ;met aandoening, aangedaan, bewogen, geroerd.