Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hasebroek

betekenis & definitie

Hasebroek - (johannes Petrus), Nederl. letterkundige, geb. te Leiden 1812, studeerde theologie te Leiden, nam in 1830 als vrijwilliger deel aan den Tiendaagschen Veldtocht, werd in 1836 predikant te Heilo, waar hij zeven jaar lang een letterkundigen krirg om zich heen vormde. In 1840 verscheen van zijn hand Wa-rheid en Droomen (9e druk 1896), onder het p.s. Jonathan, een humoristische bundel schetsen, die grooten opgang maakte, en tot hetzelfde genre hoorde als Beets’ Camera (beide onder invloed van den Engelschen humorist Charles Lamb). Wat hij verder aan poëzie leverde, staat verre beneden dit prozawerk. Verschillende bundeltjes; Windekelken (1859), Nieuwe Windekelken (1864), Sneeuwklokjes (1878), Winterbloemen (1879).

Nog gaf hij tal van leerredenen, opstellen, levensbeschrijvingen en vertalingen in het licht. Een complete lijst van al zijn geschriften vindt men in Ten Brink, Gesch. der Noord-Nederl. letteren I, bl. 286— 293. Hij was achtereenvolgens .nog predikant te Breda, Middelburg, Amsterdam, alwaar hij in 1896 overleed.

< >