Hase - (Karl August von), Prot, theoloog, uitstekend kerkhistoricus, geh. 1800, hoogleeraar te Jena, waar hij in 1890 overl. Zijn wetenschappelijk streven was gericht op de verzoening van het historisch gewordene Christendom en de moderne richting. Hem kwam de eer toe het vulgaire rationalisme als onwetenschappelijk en onhistorisch geheel afgemaakt te hebben in zijn strijd tegen Röhr en dat hij hiermede het onevangelisch dogmatisme bestreed, bewees hij in zijn werken, een innige verbinding van historische piëteit en rationeele kritiek. In systematischen vorm heeft hij zijn theol. opvattingen ontwikkeld, wetenschappelijk in de Evang. prot.
Dogmatik (1826; 6 Aufl. 1870); verder in zijn Hutterus redivivus oder Dogmatik der Evang. Luth. Kirche, ein dogmatisches Repertorium für Studierende (1827; 12 Aufl. 1883). H.’s eigenlijke wetenschappelijke grootheid ligt op het terrein der Kerkgeschiedenis, waarbij vooral zijn aesthetische zin en zijn geestrijke wijze van behandeling aan ’t licht kwam. Zijn Kirchengeschichte, Lehrbuch zunächst für academ. Vorlesungen (1834; 11 aufl. 1886) is onovertroffen in stijl en voorstelling ; van breeder opvatting is zijn Kirchengeschichte auf der Grundlage academischer Vorlesungen, waarvan hij zelf nog het eerste deel (1883) bezorgde terwijl de voortzetting naar zijn aanteekeningen plaats had door Krüger (3 dln., 1890—93 ; 2 Aufl. 1897 v.v.). Door afzonderlijke hist. werken heeft hij de aandacht op zich gevestigd, o. a. door Neue Propheten (3 Hefte, 1861; 3 Aufl. 1893), Franz von Assisi (1856; 2 Aufl. 1892), Caterina von Siena (1864; 2 Aufl. 1892).
Van belang is zijn Handbuch der prot. Polemik gegen die röm. kath. Kirche (1862 ; 6 Aufl. 1894). Zijn eigen leven tot zijn vertrek naar Jena heeft H. zelf beschreven in zijn Ideale und Irrtümer (1872 5 Aufl. 1894), waarop volgen de Annalen meines Lebens (uitg. door zijn zoon K. A. v. Hase, 1891). Een uitgave zijner Gesammelte Werke werd bezorgd door zijn zoon en Prof. Krüger (12 Bd., 1890—93), waarin nog verschillende onuitgegeven werken verschenen.
Hasebroek(Elisabeth Johanna),NederlandscIe schrijfster, zuster van den volgende, geb. 1811 te Leiden, woonde te Heilo bij haar broeder, waar zij de ziel was van den letterkundigen kring, die in de pastorie bloeide; overleed 12 September 1887 te Amersfoort; zij was een fijn voelende vrouw, die zeer romantische verhalen schreef, o. a. Te Laat (1838), Elize (1839), Twee Vrouwen (1840), De Bedevaartgangers (1841), Verhalen en schetsen (1861), De vrouwen der Hervorming (1869).