Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Halbertsma (justus hiddes)

betekenis & definitie

Halbertsma (Justus Hiddes), Nederl. schrijver en philoloog, geb. te Grauw 1789, studeerde sinds 1807 te Amsterdam, werd in 1813 leeraar bij de Doopsgezinde gemeente te Bolsward, legde zich tevens op de studie der Noorsche talen toe, bestudeerde vooral ook de Friesche letterkunde en inzonderheid Gysbert Japiks, ging in 1822 als predikant naar Deventer, en overleed 1869. Hij gaf in het licht: Hulde aan Gijsbert Japiks (2 stukken, 1824 en 1827), Het geslacht der Van Harens (fragmenten, 1829), De doopsgezinden en hunne herkomst (1843), Letterkundige na-oogst (2 stukken, 1840 en ’45), Aanteekeningen op het vierde deel van den Spiegel Historiael van Jacob van Maerlant (1851), een vertaling van het evangelie naar Mattheus in het plattelandsfriesch, op kosten van prins Lucien Bonaparte te Londen gedrukt, Woordenboek der Friesche taal (bij zijn dood afgedrukt tot het woord Feer), waarvan de voortzetting door hem werd opgedragen aan de Provinciale Staten van Friesland. Ook gaf hij in vereeniging met zijn broeder, Eeltje H., eenige werken in het licht.

< >