Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Grimoald

betekenis & definitie

Grimoald - 1) Zoon van den eersten Pepijn, van 643-656 hofmeier van den Austrasischen koning Sigebert, trachtte na den dood van dezen koning zijn zoon Childebert tot koning te verheffen, terwijl hij Sigebert’s zoon Dagobert naar een Iersch klooster verbande. De Austrasische grooten echter maakten zich van G. meester en leverden hem in de macht van den Neustrischen koning Chlodowig II, die hem doodde. G.’s poging, de koningsmacht aan zijn huis te brengen, was voorbarig; eerst honderd jaar daarna gelukte het aan Pepijn den Korte. — 2) Zoon van den middelsten Pepijn, door zijn vader tot hofmeier van Neustrié gemaakt (695), gehuwd met een dochter van den Frieschen koning Radbod, werd 714 bij een bezoek aan zijn vader te Luik, waarschijnlijk uit godsdiensthaat, vermoord. Hij was een om zijn vroomheid en rechtvaardigheid hooggeacht man.

< >