Dagobert - Naam van een drietal Frankische koningen uit het geslacht van de Merowingen. D.I, zoon van Chlotarius II kreeg nog bij het leven van zijn vader in 622 door toedoen van den Austrasischen adel, waarvan Arnulf van Metz en Pippijn van Landen de leiders waren, de regeering over een deel van Austrasië, in 625 over ?t geheel. Pippijn werd zijn hofmeier. Na Chlotarius’ dood in 629 volgde met goedvinden van D. zijn broer Charibert in het land ten Z. van de Loire op, maar na diens dood kreeg D. het bestuur over het geheele Frank. gebied.
Hij was de laatste krachtige koning uit het Merow. huis, krachtig in het handhaven van de wetten, krachtig ook tegen de zelfstandigheidsneigingen van de Austrasische grooten. Zeker wel om aan hun invloed te ontkomen, vestigde hij zijn zetel te Parijs in Neustrië. Pippijn verwijderde hij uit Austrasië. Tegenover de kerk handhaafde hij de rechten van den vorst. Voor de verbreiding van het Christendom, ook bij de niet-Frankische Germanen, werkte hij.
In zijn tijd predikte Amandus in de buurt van de Schelde en werd in Trajectum (Utrecht) een kerkje gesticht in het land van de Friezen, dat echter spoedig verwoest werd. Toch was ook hij op den duur niet bestand tegen het particularistisch streven van den adel en toen hij tegen het tijdens Chlotarius onder den Frank Samo ontstane groote Slavenrijk aan de Elbe (waarvan Bohemen de kern vormde) een nederlaag leed, eischten de Austrasische grooten, ter betere beveiliging van de oost-grenzen, een eigen vorst. Zoo moest D. aan zijn zoon Sigibert III het bestuur over deze landstreek afstaan (634). D. stierf in 639. Zijn poging de eenheid van het Frankische rijk te herstellen was mislukt; naast Sigibert kreeg zijn zoon Chlodwig II de regeering in Neustrië en Bourgondië. — D.II, zoon van Sigibert III (zie boven) werd in zijn jeugd na zijn vaders dood (656) door Pippijn van Landen’s zoon Grimoald gedwongen monnik te worden en naar Ierland verbannen; in 676, in den tijd van verwarring, die na den dood van Childerik II (zoon van Chlodwig II) in het Frankenrijk heerschte, in Austrasië tot koning gemaakt, werd hij reeds 679 vermoord. — D. III, achterkleinzoon van D. I, evenals de vorige een der rois fainéants, was koning van 711 — 715, maar de macht berustte bij den Austras. hertog Pippijn de Middelste (van Herstal), den kleinzoon van Pippijn van Landen. — Vgl. over deze koningen verder MEROWINGEN.