Childebert - Naam van twee koningen der Franken uit het geslacht der Merovingers: Ch. I kreeg bij den dood van zijn vader Clovis I (611) Parijs met het land tot de Somme en het Kanaal, ook Bretagne, als zijn deel. Voortdurend trachtte hij zijn gebied te vergrooten. Met zijn broeders ondernam hij drie expedities tegen Bourgondië, 623, 624, 632 —34, met het resultaat, dat midden-Bourg. hem toegewezen werd.
Ten koste van de kinderen van Clodomir, een zijner broers, had hij Orleans en Chartres in zijn bezit gekregen. Aanslagen op het rijk van Thierry (Theoderik) I, 632, en diens zoon Theodebert, 634, mede zijn broer en neef, mislukten: Auvergne kreeg hij niet. Daarentegen bracht de ondergang van het Oost-Gotische rijk met zich mede, dat hij met Chlotarius I en Theodebert 636 Provence kon deelen, wat hem Arles en Marseille opleverde. De rustelooze trachtte nu met Chlot. oude plannen (532—633) tegen het WestGotenrijk uit te voeren. Maar de tocht had geen resultaat, dan dat hij uit Saragossa de reliek van Sint Vincent medebracht, waarvoor hij de beroemde abdij stichtte, die later St. Germaindes-Près heette. Daar bevindt zich (hij overleed kinderloos 568) zijn graf. Chlotarius I kreeg zijn gebied. — Ch. II, zoon van Sigebert van Austrasië (zie CHILPERIK I), kwam, 575, vijf jaar oud, aan de regeering. Zijn positie was buitengewoon merkwaardig. Gontran en Chilperik, beiden broers van zijn vader, adopteerden hem. En zoo is de Austrasische politiek, mede door zijn moeder Brunhilde geleid, beurtelings Bourgondisch en Neustrisch. Maar toen in Chilperiks gebied een nieuwe troonopvolger (Chlotarius II*, zoon v. Fredegonde) geboren was, bleef alleen een bondgenootschap met Gontran tegen Chilperik mogelijk. Na Ch.’s dood (684) begon hij een verbitterden en meedoogenloozen strijd tegen de Austrasische grooten. Met Gontran sloot hij het verdrag van Andelot* (587), waarbij zij beloofden elkaars „leudes” (= Leute = grooten) uit te leveren. Aan alle moordaanslagen van Fredegonde ontsnapt, kon Ch. 693 na Gontran’s dood de Bourgondische erfenis vreedzaam aanvaarden. Hij stierf echter jong (596), zonder verdere eenheidsplannen te kunnen verwezenlijken. Hij liet twee zoons (Theodebert en Theoderik-Thierry) na, die het rijk weer deelden.