Grielen - Oedicnemidae, een familie der loopvogels. Met grooten, zijdelings iets platgedrukten kop en groote gele oogen. De snavel is vrij zwaar, de pooten zijn lang en dik en lijken op die van de trapganzen. De snavel is iets korter dan de kop; de mondspleet gaat tot achter de oogen.
Loopbeen lang en dik, geen achterteen. Staart wigvormig. Zij leven half als nachtvogels in dorre zandstreken, uitsluitend van dierlijk voedsel. Van de 10 bekende soorten komt in ons land slechts voor de griel, Oedicnemus oedicnemus; aardkleurig met wit aan den kop; lengte 38 c.M., staart 12 c.M.; is echter zeldzaam in de duinen en op de heide van N.-Brabant. Veelvuldig wordt de Gr. gevonden in meer Zuidelijke streken van Europa, b.v. op de zandige eilanden in den Donau. Hier te lande van Mei tot September, nestelt in een kuiltje in den grond. Een zeer sterk en vlug looper en behendig vlieger, leeft van insecten, slakken, muizen, kikvorschen, enz.