Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

Familie

betekenis & definitie

Familie - De Chr. zedeleer houdt de voorden grondslag van het zedelijke en maatschappe-lijke leven. Het individu ontwikkelt zich uiten in het gezin, d.i. de levensbetrekking, die natuurlijk èn meer-dan-natuurlijk, physisch-sociaal èn ethisch-religieus moet zijn. De zelf-genoegzame enkele is voor haar fictie of zonde.De f. ontstaat door het huwelijk*. Zij bestaatallereerst uit man en vrouw.

Daaruit ontwikkeltzich de betrekking van ouders en kinderen,broeders en zusters. In wijder zin behooren ookgroot-ouders en bloed- en aanverwanten totde f. Ook dienstboden worden geacht er toete behooren. Het kenmerk van de f. is, dat zijzich telkens verjongt en dat daarbij telkens,door het huwelijk, het bloed en de geest wordenverfrischt en verruimd. De patriarchale familie-verhoudingen, waarbij de hoofden van de f.den toon aangeven, ook al zijn kinderen enkleinkinderen volwassen en gehuwd, hangensamen met primitieve en landelijke toestanden.Zij worden onhoudbaar, vooral bij de zelf-standige levensomstandigheden en bestaans-wijzen van het moderne leven. — De chr. zede-leer beschouwt de f., het gezin, als kweekplaatsvan het leven in eiken zin. Vandaar de verhef-fing van de vrouw (als moeder), het kind, debroederschap. De betrekking tusschen menschen God wordt naar analogie daarvan voorge-steld (Vader-kinderen).

Ook de geestelijke be-trekking tusschen den mensch en zijn naaste(broeders-zusters). Vandaar dat de f., zuivernatuurlijk opgevat, achterstaat bij de geestelijkebetrekking van den christen tot God, Christus,de gemeente of kerk. Mark .3 : 35, Hebr. 12 : 5 — 1 , Luk. 14 : 26, 1, Cor. 4 : 14-15. Vgl. hetkloosterleven in de R. K. Kerk en de leer derdubbele moraal*, die door het Prot. wordt ge-wraakt. Het Prot. stelt het familieleven zeerhoog (Luther’s hdwelijk en gezin). — Voor dechr. zedeleer is het familieleven ook de kweek-plaats van vertrouwen, inschikkelijkheid, eerbe-sef, en dus de voorbereiding voor het maat-schappelijk leven. Vele sociale strevingen inonzen tijd verleggen het accent op de school,de vakvereeniging, de maatschappij, en achtengezin en f. secundair. — A. Vinet, L’éducation,la familie et la société; P. D. Chantepie de laSaussaye, Het christelijk leven, 2e dr. 1914.