Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Doode zee

betekenis & definitie

Doode zee - (Arabisch Baher Loet, bij de Joden Oost-Zee, Zout-Zee of Asphalt-meer genoemd), eind-meer van de Jordaan, 1120 K.M.2 groot, 75 K.M. lang, gem. 15 K.M. breed, ± 400 M. diep. Het vult het laagste gedeelte op van het „El Ghor” genoemde breukdal, dat Syrië en Palestina in de lengte doorsnijdt; de spiegel ligt 394 M., de bodem 793 M. beneden het niveau van de zee, zoodat het meer in de diepste depressie van de aarde ligt. Het schiereiland H. Lisan verdeelt het in een grooter Noordelijk en een kleiner Zuidelijk gedeelte. Zouden Sodom en Gomorrha (Gen. 19) niet door vergrooting van de Zuidelijke inzinking te gronde zijn gegaan? Het water van het meer heeft een zeer sterke zoutgehalte (21.7 %); organisch leven komt er niet in voor.

Op den bodem vindt men asphalt, dat nu en dan naar de oppervlakte wordt opgedreven. De omgeving is over het algemeen woest en dor, alleen bij de uitmondingen der rivieren vindt men eenigen rijkeren plantengroei; in het Westen en Oosten verheffen zich de rotswanden van het plateau (kalk uit de krijtperiode en zandsteen, afwisselend met basaltklippen) hoog en steil boven den diep-blauwen waterspiegel en laten slechts op enkele plaatsen ruimte over voor een zand-strand; de Noord- en Zuid-oevers zijn vlak. Sedert 1900 wordt het meer door een stoomboot bevaren.