Craandijk (Jacobus), 1834-1912, studeerde aan het seminarium der Doopsgezinden te Amsterdam, werd 1858 als predikant te Borne beroepen, 1862 te Rotterdam en 1884 te Haarlem. Sedert 1896 was hij emeritus-predikant. Hij schreef: 1873-87, Wandelingen door Nederland met pen en potlood (met zijn vriend, den kunstschilder P.A. Schipperus van Rotterdam);
Wandelgids door Nederland (1904); Haarlemsche hofjes, en verschillende artikelen in: „Eigen Haard.” Niet mag voorbijgezien worden, wat C. voor de zending deed. Reeds in 1862 als Rotterdamsch predikant nam hij een levendig aandeel in de leiding der kweekelingen van het Ned. Zendelinggenootschap. Op het eeuwfeest van dit Genootschap in 1897 hield hij de feestrede, was een tijd lang voorzitter, langen tijd lid van het hoofdbestuur en schreef een boekje, dat in 1869 twee drukken beleefde: Het Ned. Zendelinggenootschap in zijn willen en werken.